Gouwe randjes.
Waarschijnlijk al vanaf zijn wieg komt Henk op voor mensen in zijn directe omgeving.
Concreet werd het pas in zijn kleuterjaren, hij was dus 4 of 5 jaar oud toen het volgende gebeurde. Om zijn vriendinnetje dat kwam spelen een plezier te doen, wilde hij haar een koekje geven. Hij zal zelf ook wel erg veel zin in een koekje hebben gehad om op zo’n idee te komen. In ieder geval had zijn moeder de koekjestrommel hoog weggezet, zelfs boven de plank met haar mooie deftige theekopjes voor het bezoek. Nadeel voor Henk was dat je die trommel de hele tijd kon zien staan achter de glazen deurtjes van de kast. Zo krijg je de hele tijd zin in koekjes.Er was behalve dat vriendinnetje natuurlijk verder niemand in de kamer toen Henk een stoel naar de kast schoof. Een kruk was er ook en sterke Henk zette die bovenop de stoel. Hij klauterde daar helemaal bovenop en zo kon hij de koekjestrommel pakken. Ziezo, dat was mooi voor elkaar. Dikke vrienden!Bij bergbeklimmers komen de meeste problemen bij het afdalen en zo was het ook hier. De theekopjes kregen per ongeluk een oplawaai en tuimelden naar beneden. Voor de deftigheid van de theekopjes was Henk niet zo bevattelijk, maar natuurlijk wel voor de boosheid van zijn moeder. Wat nu? Ze lagen kapot op de grond! Scherven met gouden randjes en de lila roosjes, of viooltjes?
Henk liep resoluut naar de schuur, haalde een schop en begon terstond een gat te graven ergens in de tuin. De scherven gingen hup in het gat en weg was het probleem. Gauw verder spelen. Hoef even geen koekje meer.
Nooit meer iets van gehoord.
Deel twee: op een zonnige dag ergens zo rond zijn twintigste. Henk woonde op z’n eigen, werkte ergens voor een baas en kwam op bezoek bij zijn ouders. Ze zaten buiten aan de koffie met een kuukske-speciaal-voor-Henk-want-die–houdt-daar-altijd-van, en zijn vader was aan het spitten. Opeens riep hij: héé, kijk nou, wat vind ik nou toch hier? Henk wist het meteen en zat te zweten: nondeju, dat zijn de scherven van de deftige kopjes!
De afstand in tijd maakte het gemakkelijk en hij bekende zijn koekjesdiefstal. Zijn moeder hoorde het aan en zei: “En ik heb me zó lang afgevraagd waar in hemelsnaam die kopjes toch waren gebleven?”
Geef een reactie