Op 12 maart zat ik in de huiskamer bij Ria en Jaques Pastoor en kwam het eerste verhaal tevoorschijn.
Pietje.
Ik kwam geregeld bij mijn schoonzus op bezoek en ik zag daar iedere keer haar prachtige witte vogelkooi.Hij stond in de huiskamer. Ik vond die echt heel erg mooi! Zo eentje met een ronde bovenkant. Ik zei tegen haar: “Als je die kooi ooit wegdoet, dan wil ik hem wel.” Ik zei dat niet een keer, ik zei dat eigenlijk iedere keer als ik daar kwam.En er
kwam een moment dat het zover was. Ze wilde die kooi niet meer. Was de kanarie dood gegaan? Ik weet het niet meer precies, maar dat zal wel. Die grote witte kooi kwam bij mij te staan. Ik poetste hem helemaal mooi op en hij werd ginder in de hoek bij het raam gezet. En kijk, daar stond ie dan echt een pronkstuk te wezen, ik was er echt hartstikke blij mee. Maar ja, eigenlijk hoort daar wèl een vogeltje in. Mijn schoonvader was een vogelliefhebber. Hij had altijd allerlei vogeltjes in een grote volière. Dat was dus niet zo moeilijk. Ik kreeg een kanarie.Die werd geïnstalleerd met het beste zangzaad, water en schelpenzand op de bodem. Die kanarie was volgens mij heel content in mijn kooi. Ik gaf hem iedere dag vers water enzo en ik veegde het rondgestrooide zand weer netjes bij elkaar. Vogels zijn nou eenmaal veel met zand bezig. Ze schoppen erdoor heen en ze gooien het omhoog. Ik zei tegen het vogeltje: “Ge magt wel eens wat rustiger doen met dat zand! ” Dat hielp natuurlijk niks. Het ging gewoon door. Dag in dag uit zand op de grond. Nog geen minuut geveegd of het lag er al weer langs. Langzamerhand ging dat geknoei me tegenstaan. Ik begon een hekel te krijgen aan heel dat vogeltje met zijn zandacrobatiek. Hoe kom ik weer van die vogel af? Die gedachte dwaalde alsmaar rond in mijn hoofd. Teruggeven aan mijn schoonvader? Maar die begrijpt daar niks van. En hoe doe ik dat met onze vakantie? Bij hem laten logeren? Maar dan komt dat knoeivogeltje weer terug. Het was op een mooie dag dat ik achter buiten lag te zonnen en opeens had ik de oplossing. Ik zette de kooi buiten en maakte het deurtje open. Al heel snel had die kanarie dat door en vloog feestelijk weg. Vrijheid voor de vogel en hoera voor mij! Wat was ik opgelucht! Maar na een minuut of tien lekker in de zon kwam verdorie het vogeltje weer terug aangevlogen en ging bij de kooi zitten! Ja hee, ho, maar dat is niet de bedoeling!” Ik zwaaide wild met mijn armen in zijn buurt en riep: “Hup, vort, weg gij, de wijde wereld in!” Dat heeft ie dan maar gedaan. Definitief. Nooit meer terug gezien. En wij zijn naar Kreta gevlogen…, heel mooi daar!
Geef een reactie