Een paar verhalen en de bijbehorende borden.

EGELTJES.

Wie een klein dier vindt dat de weg kwijt is, of er ziek uitziet moet dat beestje onmiddellijk naar de van Hornstraat brengen. Je ziet het meteen aan de vijver in de voortuin: daar is de EHBO-post voor dieren. Er worden vooral egels en eenden opgelapt.
Gina neemt ze mee naar de dierenarts als ze het niet meer weet.

Wat overstekende eenden betreft zou ze graag een flink waarschuwingsbord in de straat zien. Alleen zulke borden bestaan niet standaard.

“ Een eendenviaduct zou misschien een oplossing zijn?”

“ Ja, leuk idee, haha, maar wie gaat dat betalen?

En dan de egels. Sinds gisteren eet het pleegegeltje alles uit zijn bakje op. Het beest was eigenlijk opgegeven, maar er blijkt toch leven in te zitten.”

“Mooi resultaat door jou, Gina!”

Gina vraagt zich af of het niet steeds dezelfde egels zijn die ze verzorgt. “ Je herkent ze niet. Ze zien er allemaal precies hetzelfde uit.

” Zouden ze denken: ik heb er geen zin meer in, hup, weer terug naar Gina?”

”Is daar wat op te verzinnen?”

“Jawel hoor, met nagellak op een stekel kan ik ze voortaan wel herkennen.

“ Goed idee.”

Vraag: van egeltjes is het bekend dat ze het voorzichtig doen. Maar een mannetjesegel met roze nagellak, heb je er ongevraagd dan geen travestiet-egel van gemaakt? En dat ie dan geen kans meer maakt bij de vrouwtjes?

Je brengt het voortbestaan van de soort in gevaar!

VROUW BIJT HOND.

Een paar jaar geleden ging ik de deur uit in mijn nette werkkleren, zwarte rok en witte bloes. Mijn oude buurman leefde toen nog en stond juist zijn lage heg bij te werken. Op de heg lag iets onduidelijks, donker van kleur.  Hij was ermee aan het hannesen.   “ Wat is dat?” vroeg ik hem.

“ Dat is van die grote hond van Willem, ge weet wel. Die schijt hier gewoon altijd bovenop mijn hegske, zo groot is die hond.”

 Ik zei: “ Maar, heb je dan niks tegen die’n Willem gezegd? ‘

“ Nee, da durf ik echt nie!”  Er stonden nog wat overbuurmannen en jongens toe te kijken.  Die waren het met mijn buurman eens. Die Wim dat was een berucht sujet van een paar straten verderop. Klein van stuk maar groot van hond.

“ Wacht maar tot ik terug ben van mijn werk en bewaar die hoop nog maar even.”

Ik kwam na uren weer terug en meldde me bij mijn buurman.

Hij had voorzichtig met een schep de hoop in een krant verpakt en ik bond nog maar er een mooie strik omheen. De overbuurmannen kwamen nieuwsgierig naar buiten gelopen.

Ik fietste weg met een hand aan het stuur en in de andere hand het pakket. Aangekomen bij het huis van die kwaaie Willem bonsde ik op de deur.

Hij deed zelf open.

“ Hier. Ik geef dit pak aan jou en het is van jou hond. Als da nog ene keer gebeurt dan kom ik het zelf en dan zonder verpakking in jouw brievenbus terugbrengen!”

Hij nam het pak aan en kon niks meer zeggen.

Ik fietste weer terug. Nieuwsgierig naar de afloop stonden er 4 mannen op straat te wachten.  Mannen. Vier.

En die Willem is tot zijn dood nooit meer in onze straat gekomen.

LEGE STOEL.

Toen ik 18 jaar was ging ik een typecursus volgen. Dat was in Kroatië, 26 jaar geleden. Omdat het de allereerste les was stond ik er al extra vroeg. Zo vroeg dat er nog niemand was en ik de enige was die bij de deur stond te wachten.

Na een hele tijd wachten was er nog steeds niemand bijgekomen en de deur was nog steeds dicht.  Gelukkig kwam er eindelijk een mijnheer langs en ik vroeg hem of hij er misschien meer van wist.

“U moet bij de deur aan de andere kant van het gebouw zijn” antwoorde hij.

Ik raakte in paniek en rende om het gebouw heen tot ik bij een deur kwam die wel openging. Daar ging ik naar binnen en vond het lokaal waar ’t te doen was.

In verwarring opende ik de deur ging het klaslokaal binnen. De ruimte zat helemaal vol met mensen en vooraan zat de lerares. Zij was intussen al met de les begonnen. Zonder na te denken liep ik langs de rijen helemaal naar voren naar die éne lege stoel. Die had ik strak in het vizier en ik ging er op zitten.

De lerares, ik zat nu braaf naast haar, keek me aan en zei: “Daar zijn overal nog lege stoelen.”

Ik zag toen pas dat er bij de andere cursisten nog volop plek was.

Het was een beetje vreemd dat ik helemaal vooraan pal naast de juf was gaan zitten.

Op dat moment geneerde ik me voor mijn paniekerig gedoe, achteraf is het grappig.

IBIZA

Heel wat jaren geleden was ik met een kennis, een kameraad op vakantie op Ibiza. Vanaf het hotelletje liep een grindpad naar de zee.

Intussen is het op die plek helemaal volgebouwd, maar toen was de bouw daar nog kleinschalig en gemoedelijk. Ik zat op het terras wat te drinken en te buurten en intussen zag ik hoe die kameraad in zee aan het pootjebaden was. Ik wist dat hij niet goed kon zwemmen, dus ik hield een oogje in het zeil.

Na een tijdje kwam hij weer aangelopen en ik zag aan zijn gezicht dat er iets niet goed was. Door de hoge golfslag van een snelle speedboot was hij kopje onder geraakt. Eenmaal weer boven water en van de eerste schrik bekomen miste hij zijn kunstgebit. Hij zocht met zijn voeten en graaide met zijn armen maar hij kon het niet meer vinden.  Misschien zou ik in dieper water nog wat kunnen zoeken. Ik ging te water en zocht en zocht. Niets. Even later nog maar eens proberen. Niks.

Mijn reisgenoot heeft de vakantie verder zonder zijn gebit moeten doorkomen. En dat gebit, dat ligt nog steeds ergens op de bodem van de Middellandse Zee.

Misschien zien de vissen het aan voor een bijzondere schelp, en hopelijk heeft eentje het als woning betrokken. Villa Zeezicht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s


%d bloggers liken dit: